Ontwikkeling van de CBX1000


Het plan voor een nieuw topmodel voor Honda werd in het najaar van 1975 geboren, naar aanleiding van een door Honda Amerika op een donkere achteraf locatie op de luchthaven van Los Angeles gehouden bijeenkomst. Honda had hiervoor een aantal Amerikaanse motorjournalisten uitgenodigd om te weten te komen wat er onder deze mensen en daarmee in de motorwereld leefde, maar vooral hoe er gedacht werd over Honda.

Het was een levendige bijeenkomst waarin Honda verweten werd dat zij aan het inslapen waren, nota bene als grootste motorfabrikant ter wereld. Na de introductie van de motor van de eeuw, de CB750 in 1969, was er aan dat model weinig meer gewijzigd en was er alleen maar meer van hetzelfde geïntroduceerd waardoor een saaie lijn van motoren was ontstaan.

De als sportieve toerder geïntroduceerde Gold Wing werd in 1975 niet als zodanig ervaren en dus bleef Honda verstoken van een (sportief) topmodel. De boodschap van die avond was dan ook dat het Honda ontbrak aan een topmodel in de range. Duidelijk was dat die er snel moest komen gezien de opkomst van de Z900 van Kawasaki, de XS 1100 van Yamaha en de Benelli Sei in 1974. Honda moest de wereld weer eens tonen wie nu 'the leading manufacturer' was in motorland. Dit was hard nodig om de prima naam tot dan toe hoog te kunnen blijven houden. Honda dreigde in 1976 namelijk achterop te raken in de race om inhoud en PK's die was ingezet door de Z900 van Kawasaki. Ze dreigde dus te worden overlopen door haar naaste concurrenten die wél reeds de nieuwe generatie superbikes aan het ontwikkelen waren.

Honda pikte dit signaal gelukkig goed op en zette twee projecten naast elkaar op: een 1000 cc viercilinder en grotere zescilinder.

Onder projectleider Soichiro Irmajiri werd er gebouwd aan de CBX, waarbij de X stond voor het nog niet nader bekend zijnde cilinderinhoud. Norimoto Otsuka was verantwoordelijk voor de styling van de CBX.